Uw zoekopdracht komt in het volgende document voor:

statuten.pdf

Klik hier om het bestand te downloaden

Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche – 1 – secretariaat: Zuiddijk 384-B | 1505 HE Zaandam | T +31(0)75 – 65 39 290 | info@vgt.nl | www.vgt.nl | IBAN: NL02 ABNA 0499 8136 85 | KvK: 40410718 Lid van: Association of Dental Dealers in Europe | Verbond voor de Nederlandse Groothandel (onderdeel van VNO NCW) STATUTEN van de Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche. Artikel 1. De vereniging draagt de naam: Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige Branche, bij verkorting aan te duiden als: VGT, en is gezeteld te Utrecht. Duur en verenigingsjaar. Artikel 2. 1. De vereniging is opgericht op vier december negentienhonderd twee en vijftig. 2. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd. 3. Het verenigingsjaar, tevens boekjaar, is gelijk aan het kalenderjaar. Doelstelling en middelen. Artikel 3. De vereniging heeft ten doel de behartiging en bevordering van de belangen van de Nederlandse Groothandel in de Tandheelkundige Branche in het algemeen en van de leden van de vereniging in het bijzonder. Artikel 4. De vereniging streeft dit doel na langs wettige weg, en wel door: 1. het bevorderen van overleg en samenwerking tussen de leden; 2. het verzamelen van gegevens en het bestuderen van vraagstukken, welke voor de leden van belang zijn of zouden kunnen zijn; 3. het geven van voorlichting en informatie en het uitbrengen van adviezen aan de leden; 4. benoeming, respectievelijk voordracht van benoeming van natuurlijke personen in daarvoor in aanmerking komende besturen, colleges en overlegorganen; 5. het samenwerken met, steunen van en deelnemen aan andere verenigingen en organisaties in de tandheelkundige branche; 6. het bevorderen van de onafhankelijkheid van de leden ten opzichte van haar afnemers in de tandheelkundige markt; 7. het ondersteunen van leden op collectieve en/of individuele basis bij concrete projecten een en ander in de ruimste zin, zoals bijvoorbeeld op het gebied van debiteurenbewaking, incasso, leasing, gevaarlijke stoffen en röntgenaspecten; 8. alle haar ten dienste staande andere wettige middelen, die voor het doel der vereniging bevorderlijk kunnen zijn. Lidmaatschap. Artikel 5. 1. De vereniging kent gewone leden en aspirant-leden. 2. Als lid kunnen slechts worden toegelaten natuurlijke- of rechtspersonen, zo ook samenwerkingsvormen van natuurlijke personen, die verkoopaktiviteiten uitoefenen, welke omschreven kunnen worden als een groothandel in de tandheelkundige branche, dit ter beoordeling van het bestuur van de vereniging. 3. Deze natuurlijke- of rechtspersonen of samenwerkingsvormen van natuurlijke personen dienen hun vestigingsplaats binnen Nederland te hebben. Artikel 6. 1. Leden en aspirant-leden zijn zij die zich daartoe schriftelijk bij de secretaris van de vereniging hebben aangemeld en door de Algemene Vergadering als lid of aspirant-lid tot de vereniging zijn toegelaten. 2. Toelating tot de vereniging is onderworpen aan een ballotage-periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de ingangsdatum van het aspirant-lidmaatschap, in welke periode aspirant-leden dezelfde rechten en plichten worden toegekend als gewone leden, behoudens het bepaalde in Artikel 7 lid 6. 3. De in het vorige lid bedoelde periode kan niet worden verlengd en eindigt automatisch na afloop van de genoemde tijdsduur. 4. Aan de toelating tot lid kunnen nog andere bijzondere voorwaarden worden verbonden, met name de voorwaarden zoals omschreven in het Toelatings-Reglement van de vereniging. 5. Het lidmaatschap is verbonden aan de desbetreffende (rechts)persoon en niet vatbaar voor afzonderlijke overdracht of overgang. 6. Aansprakelijkheid van de vereniging en/of haar bestuursleden en/of door de vereniging ingeschakelde derden – waaronder het externe secretariaat – tegenover één of meer leden van de vereniging is uitdrukkelijk uitgesloten. Beëindiging, opzegging, ontzetting en schorsing. Artikel 7. 1. Het lidmaatschap eindigt: a. door de dood van het lid, indien het lid een natuurlijk persoon is; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging door de vereniging; d. door ontzetting uit het lidmaatschap. 2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van één kalenderjaar derhalve tegen het einde van het volgende verenigingsjaar, mits schriftelijk ter kennis van de secretaris gebracht. 3. Niettemin is onmiddellijke opzegging door het lid van het lidmaatschap mogelijk, indien een door de algemene vergadering genomen besluit van niet financiële aard de rechten van het lid aanmerkelijk beperkt of de verplichtingen van het lid aanmerkelijk verzwaart. De bevoegdheid tot onmiddellijke opzegging is derhalve uitgesloten naar aanleiding van besluiten van de algemene vergadering over de financiële verplichtingen van de leden ten opzichte van de vereniging en/of ten opzichte van derden daaronder begrepen het externe secretariaat. De onmiddellijke opzegging dient onder opgave van redenen schriftelijk ter kennis van de secretaris te worden gebracht en wel uiterlijk binnen 30 dagen nadat het hier bedoelde besluit van de algemene vergadering is genomen. 4. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt steeds tegen het einde van het lopende verenigingsjaar. De opzegging geschiedt krachtens een besluit van de Algemene Vergadering, op voorstel van het bestuur, met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste drie maanden. Het bestuur dient het betrokken lid schriftelijk in kennis te stellen van de opzegging, met opgave van redenen. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging kan plaatsvinden indien: a. het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten voor het lidmaatschap, waaronder ook de eisen voor toelating; b. van de vereniging redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren; c. de in de Wet bepaalde gevallen een opzegging billijken of voorschrijven. 5. Opzegging met onmiddellijke ingang van het lidmaatschap door de vereniging kan geschieden door het bestuur op de navolgende gronden: a. faillissement of surseance van betaling van het lid; b. verkoop van de activiteiten van het lid of de in haar bedrijf uitgevoerde activiteiten; c. het oorspronkelijke lid is opgehouden te bestaan door fusie of overname; d. indien het lid voor wat betreft de zeggenschap binnen de onderneming om wat voor reden dan ook voor haar onafhankelijke positie ten opzichte van één of meer afnemers c.q. eindgebruikers in de tandheelkundige markt verliest; e. beëindiging van de activiteiten van het lid zoals bedoeld in artikel 5 lid 2, indien het lid een rechtspersoon of een samenwerkingsvorm van natuurlijke personen is. 6. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een (aspirant)lid: a. in strijd met de statuten, reglementen, belangen, besluiten of beginselen van de vereniging handelt; b. de vereniging op onredelijke wijze benadeelt of bejegent; c. ondanks een betalingsherinnering van de vereniging en/of derden waarvan de vereniging zich bedient niet, niet volledig of niet tijdig aan zijn financiële verplichtingen voldoet; d. blijk geeft, middels uitlatingen of gedragingen, geen volwaardig (aspirant)lid van de vereniging te willen zijn; e. een categorie 4 beleidslijn, zoals vermeld in Artikel 20, na een schriftelijke waarschuwing en boete, alsnog niet opvolgt. 7. Ontzetting van een lid geschiedt door de Algemene Vergadering, op voorstel van het bestuur. Ontzetting van een aspirant-lid geschiedt door het bestuur. Het bestuur dient het betrokken lid schriftelijk in kennis te stellen van de ontzetting, met opgave van redenen. Tegen ontzetting door de Algemene Vergadering kan geen beroep worden aangetekend. Tegen ontzetting van een aspirant-lid door het bestuur kan beroep worden aangetekend bij de Algemene Vergadering. 8. Schorsing van een lid is mogelijk in alle gevallen waarin opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap mogelijk is, alsmede bij blijvende recidive door een lid van een categorie 3 beleidslijn zoals vermeld in Artikel 20. De schorsing geschiedt door het bestuur. Het bestuur dient het betrokken lid schriftelijk in kennis te stellen van de schorsing en de duur hiervan, met opgave van redenen. Een schorsing die niet binnen zes maanden wordt gevolgd door ontzetting eindigt door het enkel verlopen van die termijn. Tegen schorsing door het bestuur kan bij de Algemene Vergadering beroep worden aangetekend. 9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt door onmiddellijke opzegging of ontzetting dan blijven desalniettemin de lopende verplichtingen ten opzichte van de vereniging alsmede de verplichtingen ten opzichte van derden waarvan de vereniging zich bedient, onverkort en volledig verschuldigd. Bij schorsing geldt dit eveneens voor verplichtingen, welke door de vereniging zijn aangegaan gedurende de tijdsduur van de schorsing. Bestuur. Artikel 8. 1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste drie personen. Een niet voltallig bestuur blijft bestuursbevoegd, doch is verplicht binnen een termijn van twee maanden een Algemene Vergadering bijeen te roepen, waarin wordt beslist over de invulling van de vacature(s). 2. Tot bestuurder kunnen worden benoemd natuurlijke personen die zich kandidaat hebben gesteld en/of die zijn voorgedragen door het bestuur of door tenminste één/tiende gedeelte van het aantal stemgerechtigde leden. 3. Ook niet-leden kunnen als bestuurslid worden benoemd met dien verstaande dat tenminste de helft plus één van het aantal bestuurders werkzaam dienen te zijn in de bedrijven van de leden. 4. Benoeming en ontslag van bestuurders geschiedt door de Algemene Vergadering, die tevens het aantal bestuurders vaststelt. 5. Ieder bestuurslid treedt uiterlijk twee jaren na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding, onverlet het recht van de Algemene Vergadering de bestuurder tussentijds te ontslaan of te schorsen. 6. Het bestuurslidmaatschap eindigt automatisch en direct indien het lidmaatschap van de vereniging wordt beëindigt of bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen het bestuurslid en het lid van de vereniging. 7. De persoon, die in een tussentijdse bestuursvacature wordt benoemd neemt op het rooster van aftreding de plaats van zijn/haar voorganger in. 8. Bestuursleden zijn onbeperkt herkiesbaar. 9. De vereniging dient ernaar te streven dat alle omzetgroepen, zoals aangegeven in Artikel 1 lid 1 van het Toelatings-Reglement, voldoende in het bestuur zijn vertegenwoordigd. Artikel 9. 1. Het bestuur is verplicht uit zijn midden tenminste een voorzitter, een secretaris en een penningmeester te benoemen. 2. Voorzover deze Statuten daarin niet reeds voorzien verdeelt het bestuur de taken en verplichtingen onderling en maakt het bestuur deze verdeling en wijzigingen hierin schriftelijk aan de leden kenbaar. 3. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging en geeft uitvoering en inhoud aan de in Artikel 3 genoemde doelstelling. 4. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte behoudens het door de Wet bepaalde. 5. Het voltallige bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders, alsmede ook aan derde(n) om de vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Kascommissie en Algemene Vergadering. Artikel 10. 1. Jaarlijks benoemt de Algemene Vergadering een commissie tot controle van het financiële beheer van de vereniging, deze commissie bestaat uit tenminste twee personen die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. 2. De commissie onderzoekt de voor deze controle benodigde stukken en brengt aan de Algemene Vergadering verslag uit van haar bevindingen. Vergt dit onderzoek naar het oordeel van de commissie bijzondere of deskundige boekhoudkundige kennis, dan kan zij zich op kosten van de vereniging door een ter zake deskundige doen bijstaan. 3. Het bestuur dient de in het vorige lid bedoelde stukken tenminste een maand voor de dag waarop de Algemene Vergadering zal worden gehouden aan de commissie te doen toekomen. 4. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te geven. Artikel 11. 1. Eénmaal per jaar en wel binnen drie maanden na afloop van het verenigingsjaar wordt de Algemene Vergadering gehouden in welke het bestuur zijn jaarverslag uitbrengt onder overlegging van het door de kascommissie uitgebrachte verslag, alsmede een staat van baten, lasten, tegoeden en verplichtingen. 2. In deze vergadering legt het bestuur tevens aan de leden rekening en verantwoording af voor het in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde beleid. 3. De bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedt door het bestuur middels een schriftelijke mededeling aan alle stemgerechtigde leden op een termijn van tenminste tien dagen, die der oproeping en die der vergadering niet meegerekend. 4. Het bestuur dient bij de oproeping de te behandelen onderwerpen te vermelden, welke door het bestuur worden opgesteld, alsmede de plaats en tijdstip van aanvang van de vergadering. 5. Ieder lid is verplicht om gerekend over de laatste zes Algemene Vergaderingen ten minste vier vergaderingen aanwezig te zijn. Bij gebreke daarvan volgt een schriftelijke waarschuwing. Indien het betreffende lid de daaropvolgende vier vergaderingen niet alsnog aanwezig is, dan kan het bestuur het lid voordragen voor ontzetting uit het lidmaatschap. Artikel 12. 1. Naast de verplichte Algemene Vergadering kunnen door het bestuur nog meer Algemene Vergaderingen bijeengeroepen worden. 2. Op schriftelijk verzoek van tenminste één/tiende van het aantal stemgerechtigde leden in een voltallige Algemene Vergadering, of, zo dat minder is, drie leden, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken, gerekend vanaf de dag van de ontvangst van het verzoek. 3. Indien aan het verzoek binnen twee weken, gerekend vanaf de dag van de ontvangst van het verzoek, door het bestuur geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de Algemene Vergadering overgaan, zonodig door plaatsing van een advertentie in een veelgelezen dagblad. 4. De bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan alle stemgerechtigde leden op een termijn van tenminste tien dagen, die der oproeping en die der vergadering niet meegerekend. 5. Zij, die de oproeping hebben gedaan dienen bij de oproeping de te behandelen onderwerpen te vermelden, alsmede de plaats en tijdstip van aanvang van de vergadering. Artikel 13. 1. Alle leden, behalve geschorste leden, hebben toegang tot de Algemene Vergadering, alsmede personen die deel uitmaken van de organen van de vereniging en degenen, die door het bestuur zijn uitgenodigd. 2. Een geschorst lid, die tegen deze schorsing in beroep is gegaan bij de Algemene Vergadering, heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot zijn schorsing wordt behandeld en is gerechtigd daarover het woord te voeren. 3. Stemgerechtigd in de Algemene Vergadering zijn alle niet-geschorste leden. 4. Een eenstemmig besluit van alle leden, die in de Algemene Vergadering stemgerechtigd zijn, ook al zijn zij niet in vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering. 5. De voorzitter en de secretaris van het bestuur treden ook op als voorzitter en secretaris tijdens de Algemene Vergadering. 6. Bij afwezigheid benoemt het bestuur een plaatsvervangende voorzitter en/of secretaris uit de aanwezige bestuursleden. Bij het ontbreken van voldoende bestuursleden voorziet de vergadering zelf in een plaatsvervangende voorzitter en/of secretaris. 7. De voorzitter leidt de vergadering en dient de orde te handhaven. Hij geeft en ontneemt, naar omstandigheden en in alle redelijkheid, sprekers het woord en stelt, indien noodzakelijk, een spreektijd in. 8. De voorzitter is gemachtigd één of meerdere leden of genodigden, al dan niet tijdelijk, de toegang tot de vergadering te ontzeggen, uit de vergadering te verwijderen of te doen verwijderen, wanneer een ordemaatregel deze handeling noodzakelijk maakt. 9. De secretaris of een daartoe door de voorzitter aangewezen persoon notuleert de vergadering en tekent de besluiten op. 10. De notulen dienen binnen vier weken na de vergadering aan alle leden verzonden te zijn. 11. Op de eerstvolgende Algemene Vergadering dienen de notulen door de voorzitter ter goedkeuring te worden gesteld. Na goedkeuring van de notulen, eventueel met optekening van correcties, worden de notulen vastgesteld. Artikel 14. 1. Leden kunnen zowel voor als tijdens de Algemene Vergadering schriftelijk of mondeling voorstellen en moties ter stemming indienen. 2. De voorzitter heeft het recht stemmingen over onderwerpen, welke niet op de agenda van de vergadering voorkomen, op te schorten. 3. Voor het nemen van besluiten op een Algemene Vergadering dienen tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd te zijn. 4. Het aantal per lid toe te kennen stemmen wordt jaarlijks door de Algemene Vergadering vastgesteld op grond van het aantal bij het lid op basis van full-time-equivalenten werkzame personen, met dien verstande dat aan de drie grootste leden nimmer meer dan veertig procent van het geldig aantal stemmen kan worden toegekend. Het bestuur zal voor aanvang van de Algemene Ledenvergadering de berekening van het aantal stemmen per lid van de vereniging bekend maken. 5. Stemmingen over zaken, waaronder ook begrepen opzegging van en ontzetting uit het lidmaatschap door de vereniging, geschieden openbaar, behalve wanneer de voorzitter in voorkomende situaties anders bepaalt of een stemgerechtigd lid zulks verlangt. Stemmingen over of tussen personen geschieden altijd schriftelijk. 6. Ingeval van onduidelijkheid bepaalt de voorzitter de wijze waarop de stemming wordt gehouden. 7. Alle besluiten over: a. zaken en over personen worden genomen bij een gekwalificeerde meerderheid van twee/derde of meer; b. de keuze tussen twee personen is een gewone meerderheid (de helft plus één) van de geldig uitgebrachte stemmen voldoende; c. categorie 1, 2 en 3 beleidslijnen, zoals vermeld in Artikel 20, worden genomen bij een gekwalificeerde meerderheid van twee/derde of meer; d. categorie 4 beleidslijnen, zoals vermeld in Artikel 20, worden genomen bij een gekwalificeerde meerderheid van vier/vijfde of meer. 8. Eenzelfde stem tweemaal gebruiken in eenzelfde stemming maakt de stem ongeldig, zo ook schriftelijke stemmen welke onleesbaar of onduidelijk zijn. 9. Ongeldige stemmen, blanco stemmen en onthoudingen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 10. Besluiten zijn nietig, indien zij: a. zijn genomen bij acclamatie; b. zijn genomen bij referendum; c. in strijd zijn met de wet; d. in strijd zijn met de statuten; e. in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. 11. Bij het staken van stemmen over zaken en over personen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 12. Bij het staken van stemmen tussen personen wordt een herstemming gehouden, zoveel malen als nodig blijkt voor het bereiken van een gewone meerderheid. 13. Bij onduidelijkheid omtrent de inhoud van een genomen besluit of van een stemmingsuitslag dient een herstemming plaats te vinden, indien een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden de voorzitter om een herstemming verzoekt. Afdelingen en commissies. Artikel 15. 1. De Algemene Vergadering kan besluiten tot het oprichten van Afdelingen en Commissies binnen de vereniging. 2. Een Afdeling of Commissie is geen zelfstandige rechtspersoon. 3. Benoeming en ontslag van leden van het bestuur van iedere Afdeling of Commissie geschiedt door het bestuur van de Vereniging. 4. Leden van een afdeling zijn leden van de vereniging, welke op grond van de omzetgroep, zoals vastgesteld in het Toelatings-Reglement, zijn ingedeeld in de betreffende Afdeling(en). 5. Leden van een commissie zijn natuurlijke personen welke door het bestuur van de vereniging in een commissie zijn aangesteld. 6. De bijeenroeping van een Afdelings- of Commissievergadering geschiedt door een schriftelijke mededeling aan de in de Afdeling of Commissie zitting hebbende leden op een termijn van tenminste tien dagen. 7. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, welke voor de Afdelings- of Commissievergadering door het bestuur van de Afdeling of Commissie worden opgesteld, alsmede de plaats en tijdstip van aanvang van de vergadering. 8. Het bepaalde in Artikel 13 en 14 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat gelezen dient te worden voor: Leden: in de Afdeling of Commissie zitting hebbende leden; Algemene vergadering: Afdelings- of Commissie-vergadering; Bestuur: bestuur van de Afdeling of Commissie; Voorzitter: voorzitter van de Afdeling of Commissie; Secretaris: secretaris van de Afdeling of Commissie. 9. Besluiten, welke in een Afdelings- of Commissie-vergadering zijn genomen, worden geacht te zijn genomen onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering. Indien een lid zich niet kan verenigingen met een besluit dat is genomen in een Afdelings- of Commissievergadering dan dient het lid binnen één week nadat een besluit bekend is gemaakt schriftelijk het bestuur hierover te informeren en te verzoeken een Algemene Vergadering te beleggen teneinde het besluit ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering voor te leggen. Bij gebreke hiervan wordt ieder lid geacht te hebben ingestemd met het genomen besluit. Statutenwijziging. Artikel 16. 1. Wijziging van de Statuten kan slechts plaatsvinden door een besluit van de Algemene Vergadering, in welke tenminste drie/vierde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en waarin het besluit tot Statutenwijziging met een gekwalificeerde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen wordt genomen. 2. In de bijeenroeping van de Algemene Vergadering dient een mededeling te zijn opgenomen dat ter vergadering een voorstel zal worden ingediend ter wijziging van de Statuten. 3. Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering, waarin het voorstel tot Statuten-wijziging zal worden behandeld, hebben gedaan moeten tenminste tien dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, bij de oproeping hebben bijgesloten. 4. Is het vereiste aantal leden, zoals bedoeld in het eerste lid van dit Artikel niet aanwezig dan wordt binnen tenminste twee en ten hoogste vier weken, een tweede vergadering gehouden, in welke vergadering tot statutenwijziging kan worden besloten met een gekwalificeerde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigde leden. 5. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd. 6. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van Statutenwijziging of een volledige doorlopende tekst van de Statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel en Fabrieken gehouden verenigingenregister. Financiën. Artikel 17. 1. De geldmiddelen van de vereniging worden gevormd door: a. de contributie van de leden; b. renten van belegde gelden, schenkingen en toevallige baten. c. opbrengsten uit werkzaamheden door de vereniging en/of uit werkzaamheden van derden ten behoeve van de vereniging. 2. De contributies van de leden worden éénmaal per jaar door de Algemene Vergadering vastgesteld. 3. De kosten van het externe secretariaat van de vereniging worden over de leden omgeslagen volgens een door de Algemene Vergadering vast te stellen verdeelsleutel. Deze kosten kunnen door het secretariaat rechtstreeks aan de leden in rekening worden gebracht. Ontbinding en vereffening. Artikel 18. 1. Het bepaalde in Artikel 16 leden 1 tot en met 4 is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Algemene Vergadering tot ontbinding van de vereniging. 2. De Algemene Vergadering stelt bij haar in het vorige lid bedoelde besluit de bestemming vast voor het batig saldo en wel zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging. 3. Tenzij de Algemene Vergadering anders besluit, geschiedt de vereffening door het bestuur. 4. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden: “in liquidatie”. Reglementen. Artikel 19. 1. De Algemene Vergadering kan één of meer Reglementen vaststellen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze Statuten niet of niet volledig wordt voorzien. 2. Een Reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de Wet of met deze Statuten. 3. Op de besluiten tot vaststelling en tot wijziging van een Reglement is het bepaalde in Artikel 16 leden 1 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing. Beleidslijnen. Artikel 20. 1. Tenminste één/tiende van het aantal stemgerechtigde leden, het bestuur, de Algemene Vergadering of een ander verenigingsorgaan kan het bestuur verzoeken om te komen tot een beleidslijn. 2. Het bestuur heeft de bevoegdheid een verzoek tot het komen tot een beleidslijn af te wijzen, toe te wijzen of door te verwijzen naar de Algemene Vergadering. 3. In geval van toewijzing van een verzoek wordt er een schriftelijk concept van de beleidslijn opgesteld door de verzoeker(s), welk verzoek dient te worden behandeld op de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering. 4. Op de besluiten tot vaststelling van een beleidslijn, tot wijziging van een beleidslijn alsmede tot het vaststellen binnen welke categorie een beleidslijn valt is het bepaalde in Artikel 14 leden 3, 7 t/m 13 van overeenkomstige toepassing. Het bestuur geeft, waar mogelijk, een advies over de vaststelling binnen welke categorie een beleidslijn valt, de Algemene Vergadering kan bij een besluit, waarop tevens het bepaalde in Artikel 14 leden 3, 7 t/m 13 van overeenkomstige toepassing is, deze indeling wijzigen. 5. Er zijn vier categorieën beleidslijnen: a. categorie 1: mededeling; b. categorie 2: aanbeveling; c. categorie 3: richtlijn; en d. categorie 4: voorschrift, nadere invulling van de categorieën geschiedt door het bestuur. 6. Een beleidslijn mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de Wet of met deze Statuten. Zaandam, 22 juni 2016.