Uw zoekopdracht komt in het volgende document voor:
redelijkheidsbeginselen.pdf
Klik hier om het bestand te downloaden
Nederlands Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche secretariaat: Zuiddijk 384-B | 1505 HE Zaandam | T +31(0)75 – 65 39 290 | info@vgt.nl | www.vgt.nl | IBAN: NL02 ABNA 0499 8136 85 | KvK: 40410718 Lid van: Association of Dental Dealers in Europe | Normcommissie Tandheelkunde NEN | Verbond voor de Nederlandse Groothandel NOTITIE INZAKE REDELIJKHEIDSBEGINSELEN, IN RELATIE TOT CONFORMITEITSVEREISTE, WANPRESTATIE, AANSPRAKELIJKHEID, ALGEMENE VOORWAARDEN en WETTELIJKE BEPALINGEN E. Kolsteeg – 28 juli 2014 Redelijkheidsbeginselen. Eerdere berichten In het kader van de uitvoering van het project ‘incassozaken’ en naar aanleiding van vragen van leden van de Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) of van opdrachtgevers heeft de VGT in de loop van de tijd steeds nieuwe informatie onder haar leden verspreid met het doel de ‘documentendiscipline’ bij de leden te verbeteren om zodoende in voorkomende gevallen een sterke(re) rechtspositie te kunnen innemen. De positie van de eisende partij In de Nederlandse Wetgeving is het beginsel ‘de eiser bewijst’ van kracht. In deze dient ‘de eisende partij’ te bewijzen dat zijn eis rechtmatig is. Dat bewijs kan geleverd worden in allerlei vormen zoals verklaringen, contracten, getuigenverhoor etc. etc. De meest doelmatige manier van bewijs leveren is uiteraard het kunnen overleggen van een door twee partijen ondertekende overeenkomst waarin partijen de gemaakte afspraken over en weer bevestigd hebben. Alles wat daar in beschreven staat is in beginsel boven iedere discussie verheven. Ook eventuele gevoerde correspondentie of nadere bepalingen, aanpassingen en afspraken zijn, mits schriftelijk vastgelegd, uiteraard voldoende om ‘bewijs te leveren’. Zo moeten de leden van de VGT naast de VGT Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden ook de VGT Algemene Garantievoorwaarden bekendmaken, toepassen en, indien nodig, aanvullende voorwaarden of afspraken in offertes en orderbevestigingen beschrijven, zodat er voor beide partijen (opdrachtgever én leverancier) geen discussies kunnen ontstaan wat nu de gemaakte afspraken zijn. Inhoudelijke controle Om te zorgen dat bepalingen in verkoopovereenkomsten gecontroleerd kunnen worden aan de hand van een ‘checklist’ heeft de VGT in maart 2001 de Notitie ‘punten van aandacht voor offertes en orderbevestigingen’ gemaakt waarmee de leverancier kan controleren of alle punten die genoemd zouden moeten worden in een overeenkomst ook inderdaad correct vermeld staan. Deze notitie wordt periodiek aangepast aan de veranderende omstandigheden en de laatste versie dateert van 1 januari 2013. Discussie over afspraken of gedragingen Desalniettemin komt het soms toch nog voor dat de opdrachtgever de eerder gemaakte afspraken anders interpreteert of (soms ver) na het afsluiten van de overeenkomst een nadere invulling van ondersteuning, verantwoordelijkheden, garantie of service verlangt. Omdat het hier vaak over apparatuur gaat richten wij ons in deze notitie tot deze groep van producten, maar de opmerkingen zouden uiteraard in theorie ook betrekking kunnen hebben op alle andere goederen (of diensten) uit het leveringsassortiment van de groothandel. Nederlands Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche secretariaat: Zuiddijk 384-B | 1505 HE Zaandam | T +31(0)75 – 65 39 290 | info@vgt.nl | www.vgt.nl | IBAN: NL02 ABNA 0499 8136 85 | KvK: 40410718 Lid van: Association of Dental Dealers in Europe | Normcommissie Tandheelkunde NEN | Verbond voor de Nederlandse Groothandel Drie vaak genoemde opmerkingen In overleg met Mr. van Odijk is eens gekeken naar drie vaak voorkomende opmerkingen van tandartsen, tandtechnische laboratoria of andere opdrachtgevers aan wie u (ooit) eens een apparaat of service heeft geleverd : Opmerking 1: “U beschrijft in uw Algemene Garantievoorwaarden termijnen waar ik het niet mee eens ben. Met deze voorwaarden heb ik niets te maken. Ik eis dat u op het aan mij geleverde apparaat nu (na de garantietermijn; EK) nog steeds garantie verstrekt. Ik mag immers op een dergelijk apparaat met een dergelijke prijs een langere garantietermijn verwachten.” Opmerking 2: “U heeft mij X jaar geleden dit apparaat geleverd en nu zegt u dat er geen onderdelen meer te verkrijgen zijn. Ik eis dat u mij een vervangend apparaat levert, want voor een dergelijk apparaat mag ik verwachten dat er nu nog steeds onderdelen verkrijgbaar zijn.” Opmerking 3: “U heeft mij X jaar geleden dit apparaat geleverd en op basis van de Wet op de Productaansprakelijkheid stel ik u aansprakelijk voor de schade omdat ik niet heb kunnen werken (c.q. nu een ander apparaat heb moeten kopen c.q. schade heb ondervonden).” Conformiteitsvereiste Alle drie de genoemde voorbeelden (welke ook daadwerkelijk in de praktijk zijn voorgekomen) staan op zichzelf, maar hebben wel één gemeenschappelijke noemer, het in de Wet geregelde zogenaamde ‘conformiteitsvereiste’. Dit conformiteitsvereiste houdt in dat een apparaat niet beantwoordt aan de overeenkomst indien ‘het apparaat niet de eigenschappen bezit die de afnemer op grond van de overeenkomst mocht verwachten’. Wanprestatie Een opdrachtgever mag verwachten dat het apparaat de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van het apparaat nodig zijn en waarvan de opdrachtgever de aan- resp. afwezigheid van deze eigenschappen niet hoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Het niet voldoen aan het conformiteitsvereiste levert wanprestatie op. ad opmerking 1 (Algemene Voorwaarden): In de regel zijn bepalingen zoals geformuleerd in de VGT Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden en de VGT Garantievoorwaarden voldoende onder de strikte eis dat deze voorwaarden ook daadwerkelijke van toepassing verklaard kunnen worden. Vooral in de VGT Garantievoorwaarden is duidelijk omschreven hoe lang (in het algemeen) een garantieperiode duurt en waar deze garantie uit bestaat (wel/geen voorrijden, arbeidsloon, onderdelen, vervangende apparatuur etc.). In de overeenkomst / offerte / orderbevestiging mag daarvan afgeweken worden, maar dan moet dat wel goed vermeld worden en beide partijen moeten daarmee dan schriftelijk akkoord zijn gegaan. ad opmerking 2 (Levensduur en onderdelen): In de regel geldt dat voor ieder apparaat een bepaalde ‘normale’ levensduur verwacht mag worden. Om deze ‘verwachte levensduur’ (die overigens nergens beschreven staat) waar te kunnen maken moet de leverancier gedurende deze periode ook reserve onderdelen voor onderhoud en/of reparatie beschikbaar houden. Zijn deze onderdelen er niet of niet meer dan kan dat leiden tot wanprestatie met de hieraan verbonden juridische gevolgen. Het is dus zaak dat de leverancier hierover goede en sluitende afspraken maakt met de fabrikant of de importeur, want als de relatie met de fabrikant/importeur om welke reden dan ook onverhoopt wordt verbroken moet de leverancier wel verzekerd zijn van een continuering van de toelevering van onderdelen. ad opmerking 3 (Wet op de Productenaansprakelijkheid) De Wet op de Productenaansprakelijkheid (WPA) wordt te pas en te onpas aangehaald, maar komt pas aan de orde als het apparaat ‘niet de veiligheid biedt de men daarvan mag verwachten’ én als het aannemelijk is dat het gebrek dat de schade heeft veroorzaakt ‘bestond op het tijdstip waarop de leverancier het product in het verkeer heeft gebracht’. Verder bestaat op grond van de WPA alleen aansprakelijkheid voor persoonsschade (= dood of lichamelijk letsel) of zaakschade (= schade aan andere zaken, dus niét de schade aan het gebrekkige product zelf). Voor schade in de bedrijfssfeer (bijvoorbeeld stagnatieschade, omzetschade, vervangingsschade etc.) bestaat géén aansprakelijkheid krachtens de WPA, dus een eis tot schadevergoeding voor een dergelijke schade is op basis van de WPA niet mogelijk. Aan de andere kant kan de hiervoor omschreven aansprakelijkheid krachtens de WPA (als deze onverhoopt wel zou plaatsvinden) niet in algemene voorwaarden of de orderbevestiging contractueel worden uitgesloten of beperkt. In de praktijk zal echter alleen bij hoge uitzondering sprake zijn van aansprakelijkheid in het kader van de WPA. In een voorkomend geval kan dan, voor zover er geen zaken zoals opzet ten laste kunnen worden gelegd, een beroep gedaan worden op de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Vaak wordt bij klachten of irritaties verwezen naar het ‘consumentenrecht’, waarbij men er van uitgaat dat men op basis hiervan standaard recht heeft op twee jaar ‘garantie’. In de Europese Richtlijn Koop en Garantie is inderdaad een wettelijke termijn van twee jaar opgenomen. Dit is een garantietermijn die als minimum is voorgeschreven aan de lidstaten van de EU. Elke lidstaat mag daar andere regels voor maken. Zolang deze regels maar voordeliger zijn voor de consument. Bij het omzetten van de Europese Richtlijn naar Nederlands recht is ervoor gekozen om deze twee jaar niet over te nemen. In de Nederlandse wet staat dat het product dat men koopt of verkoopt ‘deugdelijk’ moet zijn. Van veel producten mag u verwachten dat deze langer meegaan dan twee jaar. In veel gevallen kan de consument de verkoper dus ook na twee jaar nog aanspreken volgens de Nederlandse wet. Maar dat is consumentenwetgeving! Leveranties van apparatuur of diensten voor de uitoefening van zijn/haar bedrijf of beroep vallen daar niet onder. Dan worden de garantiebepalingen onderling (vaak vanuit de verkoper) vastgesteld. Vandaar dat de VGT Algemene Garantievoorwaarden voor alle leden van de VGT heeft opgesteld. Toch zal de rechter in een voorkomend geval wel degelijk kijken naar zaken als ‘onredelijk bezwarend’, ‘in de markt ongebruikelijk’, ‘ondeugdelijk’ etc. dus de leverancier heeft wel degelijk met deze wettelijke aspecten te maken. Andere aansprakelijkheden Dit neemt allemaal niet weg, dat er ook nog een aansprakelijkheid kan voortvloeien uit andere wettelijke regelingen of bepalingen. Voor die aansprakelijkheid gelden in beginsel echter ook de uitsluitingen en beperkingen zoals die in de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden van de VGT beschreven zijn. Conclusie Opmerkingen van opdrachtgevers, hoe schijnbaar terzake ook, dienen altijd in het licht te worden geplaatst van de wettelijke relevantie, gemaakte afspraken, toepasselijke voorwaarden en redelijkheidsbeginselen. Belangrijk is en blijft dat de leverancier de gemaakte afspraken altijd goed formuleert, schriftelijk vastlegt en ook (zeker bij belangrijke handelingen) laat bevestigen door de opdrachtgever, bijvoorbeeld door middel van een akkoordverklaring of getekende orderbevestiging. Daarbij gaat het niet alleen om de eerste offerte en/of orderbevestiging, maar ook om mutaties, aanvullingen en aanpassingen na het eerste contract. E. Kolsteeg – 30 juli 2014